Tekst: Remco Regterschot (voor deltaWonen) Leestijd: 15 tot 20 minuten

deltaWonen daagt zichzelf uit in het Jaar van de Zeggenschap. Onder andere door acht mensen van de woningcorporatie in gesprek te laten gaan met kritische kenners buiten deltaWonen. Om eerlijk antwoord te krijgen op vragen als: wat is zeggenschap precies? Wat kunnen we ermee? Zijn er grenzen? Willen we überhaupt zeggenschap? En wie is ‘we’ eigenlijk? In de rubriek ‘Laten we zeggen…’, 8 gesprekken over zeggenschap.

Andere woorden, andere waarden

Ferenc (F) kijkt Evert (E) uitdagend aan. Vraagt hoe de voorgaande gesprekken over zeggenschap verliepen: “Meerdere definities, verschillende interpretaties, iedereen zoekende?”

E, lachend: “Die indruk krijg ik wel.”

F: “Is bij ons niet anders. Provincie Overijssel is al een tijdje bezig met een verkenning nadat wij vanuit de kerntaak Openbaar Bestuur onszelf afvroegen: wat voor soort bestuur zijn wij eigenlijk? Iedereen voelde vervolgens dat er iets aan de hand is. En nu vragen we ons af wat er allemaal in godsnaam gebeurt en waar we toch mee bezig zijn. Zullen deelnemers aan deze gesprekkenserie ook merken. Nou, gesprekje voeren?”

E: “Trap maar af!”

F: “‘Zeggenschap’ komt op mij nogal patriarchaal over. Alsof iemand het voor het zeggen heeft en de ander mag meepraten. Heb ik ook met ‘participatie’. Daardoor krijg ik het gevoel dat er iemand aan me trekt. Institutionele organisaties kampen mede door woordkeuze met een imago dat niet past bij de wereld zoals die zich ontwikkelt. Dat schuurt, merkte ik toen ik (schraapt zijn keel) dé dialoog met dé burger moest aangaan. Kan helemaal niet, joh. Dus we moeten eerst overstappen op een compleet andere woordenschat voordat we oude takken van sport nieuw leven willen inblazen.”

E: “Niet alleen de woorden, ook de gedachten erachter. Toen ik acht jaar geleden bij deltaWonen kwam, richtten corporaties zich voornamelijk op vastgoed en woningen. Per adres kon nauwkeurig worden uitgelegd welk type kozijnen er in het huis zat en welke kleur de voordeur had. Maar wie daar woonde, dus voor wie deltaWonen aan het werk is: geen idee. Stond ik versteld van. Daardoor hebben organisaties als de onze een imago van: ze motten er nou eenmaal zijn, maar ze bepalen uiteindelijk wat er met je gebeurt. En dan moet je nog dankjewel zeggen, ook. Zeggenschap is in 2015, naast allerlei andere zaken, verankerd in de nieuwe Woningwet, maar huurders hebben door dat imago nog steeds niet het idee dat ze iets mógen vinden. Laat staan meedenken of meepraten. Terwijl bewonersraden en huurcommissies ineens van alles moeten vinden over bepaalde onderwerpen. Zeggenschap komt daardoor ook op mij nogal instrumenteel over.”

F: “Precies! Andere woorden, andere waarden, andere regels. Al heb ik, ondanks mijn drastische natuur, mijn revolutiegedachte aangepast. Oude spelregels hebben van Nederland immers een fantastisch land gemaakt qua voorzieningen, daarom leer ik mezelf aan die te respecteren in mijn besef dat we dringend toe zijn aan een nieuw setje.”

“Volgens mij wil iedereen maar één ding: dat mensen het in hun woningen een beetje naar hun zin hebben.” E: “Dat denk ik ook. Lastige bijkomstigheid is dat de Woningwet teruggrijpt op oude regels. De verantwoordelijkheid die daarin wordt neergelegd bij de Centrale Bewoners Raad (CBR), is enorm. De technische kennis die zij moet hebben, buitenproportioneel. Dat zorgt voor ongezonde druk, voortvloeiend uit een verleden waarin woningcorporaties minder goed functioneerden. Eigenaardige tendens. Want volgens mij wil iedereen maar één ding: dat mensen het in hun woningen een beetje naar hun zin hebben.”

F: “Vind betrokkenheid daarom een mooier woord dan zeggenschap, daar gaat het om. En daarin zijn gesprekken de motor.”

Geheim genootschap

Evert komt met een voorbeeld: “Tegen grote, planmatige onderhoudsprojecten die deltaWonen wilde uitvoeren, moest zeventig procent van de betrokkenen ‘ja’ zeggen. Omdat woningcorporaties ‘anders maar doen waar ze zin in hebben’. Maar dan gebeurde dit (vouwt zijn armen over elkaar, vervolgt nors): ‘Oh. Dus jij komt eindelijk bij mij aan de deur. Da’s fijn. Ga ik eerst eventjes zeggen wat ik van jou vind. En daarna gaan wij pas nadenken over jóuw leuke plannetjes. Want het zijn niet míjn plannetjes. Oh ja, ik zeg trouwens nee. Succes ermee’.”

F: “Die grondhouding herken ik.”

E: “Zo van: ‘Regel jij nou maar wat je moet regelen en als het niet goed is, ga ik er wat van zeggen.”

F: “Want ik betaal er tenslotte voor.”

E: “Precies. Uit onvrede kan dus een ‘nee’ worden gemobiliseerd. Trouwens, daar wordt ook altijd zo spannend over gedaan. ‘Van wie is die hut eigenlijk?’ Van huurders. ‘Dus al dat geld ook?’ Ja, natuurlijk.”

F: “Alsof er een geheim genootschap bestaat.”

E: “Die argwaan voel ik bij huurders en die is niet verwonderlijk, gezien de reputatie van onze branche in het verleden. Daarom wil ik graag dat mensen vragen stellen. Zodat ik kan uitleggen wat we doen. Hebben we dat gehad en dan kunnen we door. Want het draait niet om winst, onze salarissen worden er niet anders van. Wel willen wij zo efficiënt mogelijk omgaan met gemeenschapsgeld, zoveel mogelijk investeren in ónze kerntaak: ervoor zorgen dat een maximaal aantal mensen een betaalbaar huis kan huren.”

F: “Jij zit hier toch anders in dan veel vertegenwoordigers van gemeentes of bedrijven waarmee ik hierover discussieer. Ik hoor vaak: ‘ons vastgoed’, ‘onze grond’, ‘onze middelen’. En als ik vraag wie zij met ‘ons’ bedoelen: ‘Eh, de organisatie of zo’.”

E: “Ja.”

F: “Terwijl jij en ik formeel slechts publieke dienaren zijn.”

E: “Klopt. En het zou mooi zijn als niet alleen de dienaren dat beseffen, maar ook de mensen die worden gediend. Daarom wil ik dat deltaWonen iedereen betrekt bij een brede, transparante basis voor besluitvorming. Gelukkig zegt zeventig procent inmiddels vaak ‘ja’ bij grote projecten, maar ik betwijfel of mensen daarbij het gevoel hebben dat ze konden meedenken, meepraten en meebeslissen.”

F: “Niet iedereen wil actief meedenken.”

E: “Op dit moment zegt de meerderheid nog steeds: ‘Fijn dat ik een huis krijg, hoop dat het netjes wordt onderhouden, geef mij nu maar de sleutel en het nummer dat ik kan bellen als er wat kapot gaat’. Prima, hoor. En deltaWonen moet vooral deze basale dingen zo goed mogelijk willen blijven doen. Er is echter ook een maatschappelijke verplichting. Samen met andere wooncorporaties beheren wij veertig procent van woningen in deze regio. Onze investeringen hebben enorme impact. Huurders die vanuit maatschappelijk belang denken, moeten we dus mobiliseren en betrekken bij besluitvorming. Krachten bundelen betekent nóg grotere impact.”

Hoe kan het dat mensen anderhalve euro betalen voor een sms’je over welke boer op tv welke boerin krijgt, maar gratis stemmen over hun eigen leven overslaan? F: “Voor algemeen bewustzijn is het daarom belangrijk om openlijk vragen te stellen en de daaropvolgende worsteling te delen. Als ik het op politiek betrek: hoe kan het dat mensen anderhalve euro betalen voor een sms’je over welke boer op tv welke boerin krijgt, maar gratis stemmen over hun eigen leven overslaan? Dat is het geval als er één keer in de vier jaar wordt besloten wat er met anderhalf miljard euro provinciegeld gebeurt. De helft komt niet opdagen. Dan doen we allemaal iets fout, hoor.

Mensen beseffen kennelijk niet dat ze invloed kunnen uitoefenen op investeringen met hún geld in hún leefomgeving, hún natuur, hún wegen, hún woonruimte.”

E: “Kennelijk wordt het niet zo gevoeld. Misschien door goedbedoelde systemen die om besluitvorming zijn gebouwd. Of fouten in het onderwijs.”

F: “Proberen we wat aan te doen door zestig keer per jaar pubers, van VMBO tot VWO, drie uur lang een democratiespel te laten doen bij ons. Moeten ze politieke beslissingen nemen op basis van volksvertegenwoordiging. Hebben ze helemaal geen zin in, joh. Gatsie, politiek.”

E: “Niet sexy.”

F: “Verre van. Die spelen leren mij dat nieuwe generaties niets hebben met oude terminologie. Links of rechts, katholiek of protestants, kapitalistisch of socialistisch: complete desinteresse. Ze zijn veel pragmatischer en onafhankelijker dan voorgaande generaties.”

Echt contact

Tijden die snel veranderen, achterhaalde beeldvorming, technologische vooruitgang, verschillende type mensen. En dan toch contact maken, het begin van zeggenschap. Of: betrokkenheid. Maar hoe?

E: “DeltaWonen investeert veel in het echte gesprek met mensen. Door huurders en onszelf openlijk duidelijk te maken: we doen dit voor jou. We moeten elkaar dus bereiken. Lastig, want ook al is er op aarde tussen mensen nog nooit zoveel contact geweest als nu, vraag ik mij af: zijn wij werkelijk verbonden met elkaar? Is er écht contact? Maar de reële contactmogelijkheden zijn er. Via ons digitale platform ‘Mijn deltaWonen’ bijvoorbeeld, kunnen huurders allerlei dingen regelen en checken rond onderhoudsbeurten, planningen, huurcontracten, met consulenten, noem maar op. Kort nadat er een open veld was ingebouwd, riep een collega: ‘Er komen daarop allemaal vragen en opmerkingen van huurders binnen!’ Er volgen daarna twee belangrijke obstakels. Het eerste, die vind ik echt bij de konijnen: wet- en regelgeving bepaalt dat contact tussen huurder en corporatie primair loopt via de CBR. Het tweede, daarin ligt mijn persoonlijke ambitie: deltaWonen staat nog niet volledig open voor alle vormen van contact met huurders. We moeten niet uit schrik zo’n veld tijdelijk dichtgooien, maar juist groter maken! Laat mensen zich vrij voelen om alles te vragen en te roepen.”

F: “Het moet anders en ik geniet van jouw bewustwording. Bij Provincie Overijssel heeft een aantal gedeputeerden en bestuurders dat ook. Maar hoe laat je dergelijk bewustzijn, een gevoel bijna, doorsijpelen binnen oude systeemwerelden?”

E: “Lastig. Tijdrovend. Hoe die jij dat?”

Klankbordgroepen, dorpsraden zijn niet Het Volk, blanke 65-plussers vormen niet De Samenleving F: “Punt is dat mensen binnen een organisatie vaak denken: we praten met organen waarmee we moeten praten, dus formeel doen we niets verkeerden dus doen we alles goed. Klankbordgroepen, dorpsraden, whatever, zijn echter niet Het Volk. Kort door de bocht vertaald naar huurderscommissies: blanke 65-plussers vormen niet De Samenleving.”

E: “In onze CBR zitten gelukkig ook jonge mensen, hoor, maar ik snap wat je zegt. Bovendien heb ik diep respect voor bevlogen vrijwilligers van de CBR en deltaWonen zal dat orgaan maximaal blijven benutten. Tegelijkertijd doen we veel onderzoek naar andere manieren van actieve benadering en bevraging.”

F: “Belangrijk: zoeken naar unusual suspects. Er groeien generaties op met een compleet andere kijk op de samenleving. Daar moet een nieuwe set spelregels voor worden uitgevonden.”

Sleutel voor verandering

Toch ziet Evert al een kanteling ontstaan. “Wij hebben een mondig groepje krasse knarren in de Aa Landen dat goed weet wat ze wil en gewoon zegt: ‘Hé, Leideman, je denkt dat je het weet, maar we willen dat niet, we willen het zo!’ Prachtig. Daar moeten we meer naartoe. Niet dat ik vanuit een vermeende machtspositie meld dat hun dak eraf gaat over twee weken in het kader van isolatiewerkzaamheden. Dan krijg je die georganiseerde, zeventig procent weerstand. Dus vroeger in processen informatie delen en vragen: wat wil jij? Maar ook bredere processen beter in kaart brengen en daarop anticiperen. Neem De Wachtlijst, het inschrijvingssysteem. Mensen schrijven zich op hun achttiende al in omdat ze over zes jaar misschien verkering hebben of door hun moeder de deur uit worden gezet. Zou het zo mooi vinden als we meer data verzamelen zodat we die vraag beter kunnen voorspellen en flexibeler worden. Dat een ouder stel hun eengezinswoning kan omruilen voor het begeerde appartementje in het centrum zonder dat de huur door mutatieregels omhoogschiet. Als wij ons hardop afvragen of we iets als ‘meeneemhuur’ kunnen organiseren, levert dat al zóveel enthousiasme op.”

F: “Omdat je meedenkt met hoe het in de echte wereld werkt.”

E: “Ja. Dus bepaalde groeperingen zouden specifieke woonwensen kenbaar moeten kunnen maken en verantwoordelijkheid durven nemen. Zorgen wij er aan de achterkant wel voor dat het binnen regeltjes en wetgeving past.”

F: “De sleutel voor verandering binnen organisaties. Weet je trouwens hoe de Raad voor het Openbaar Bestuur dit nieuwe bewustzijn formuleert?”

E: “Nou?”

F, reclamerend: “’Om ruimte te geven aan de vitale wereld zullen besturen een urgente en radicale paradigmashift moeten ondergaan!’”

E: “Haha, lekker overdrachtelijk.”

F: “Ze zeggen eigenlijk: ‘Het moet verdomde snel heel anders’.”

E: “Precies. Maak het klein, zet het niet zo buiten jezelf. Dat herhaal ik constant tegen medewerkers die daar last van hebben. Maar ja, ‘het oude’ is ook heel veilig, als het spannend wordt, schieten mensen terug in systeemhouding.”

Negen van de tien mensen blijkt te beschikken over gezond verstand en wil helemaal geen domme dingen! F: “We hadden eens een experiment in Hellendoorn op cultuurgebied. De gemeente had een budget, gaf ons mandaat en zou zich committeren aan de uitkomst. Op onmogelijke plekken zijn we in gesprek gegaan met niet voor de hand liggende partijen. In supermarkten, bij sportverenigingen, op schoolpleinen vroegen wij mensen wat zij verstonden onder cultuur en hoe zij die vier miljoen euro zouden besteden. De gemeenteraad was bang dat theaters en bibliotheken moesten plaatsmaken voor bierfonteinen en carbidschieten.”

E: “De praktijk wees uit dat negentig procent hetzelfde bleef?”

F: “Inderdaad. Negen van de tien mensen bleek te beschikken over gezond verstand en wil helemaal geen domme dingen! Zeker niet als ze snappen dat het gaat over hún leven, hún geld. En bestuurders kregen door deze mate van zeggenschap een meer coachende rol als gesprekspartner. Daar moeten wíj naartoe.”

Open mind

Contact maken. Partijen als de CBR binnen bestaande organisatiestructuur en wet- en regelgeving versterken. Bewustwording van posities en het begrip ‘wij’. Openstaan. Luisteren. De directeur van deltaWonen wil het allemaal, maar gaat in gedachten stiekem nóg verder.

E: “Dat er na relatieve wetteloosheid en wantrouwen iets moest gebeuren, was duidelijk. Het is wel jammer dat de nieuwe Woningwet alles dichttimmert. Dat frustreert bewustwording. Het is dus aan corporaties om verantwoordelijkheid te nemen in het anders inrichten van de praktijk.”

F: “Dat je rekening houdt met voorschriften, maar wel het eigen karakter behoudt?”

Heb het lef om die ruimte te pakken. Om te tonen dat je echt vindt dat er wat moet gebeuren. E: “Dat doet deltaWonen door natuurlijke contactmomenten aan te grijpen. Hetzij door een overlastgevalletje, jaarlijkse huurverhogingen of onderhoud. Op die momenten laten wij zien: we willen het spel anders spelen. Dan is het aan andere partijen wat ze ermee doen. Dat uitpluizen van servicekosten ook, man. Prima hoor, en als je héél goed zoekt, vind je iets. Maar er blijkt één en al wantrouwen uit. Daar moeten we echt vanaf.

Daar kan je meedenken en -praten over een investering van tien miljoen in jóuw buurt. Heb het lef om die ruimte te pakken. Om te tonen dat je écht vindt dat er wat moet gebeuren’. Geldt natuurlijk bovenal voor deltaWonen zelf.”

F: “Kunnen jullie je zo’n vrije houding permitteren?”

E: “Ik vind dat we niet moeten verstarren door nieuwe wet- en regelgeving. Vergelijk het met een rood stoplicht om drie uur ’s nachts ergens in Drenthe. Rijd je door of sta je stil? Ik doe geen pleidooi voor wetteloosheid, maar laten we gezond verstand prevaleren. Kritisch en dienstbaar blijven. Openstaan, ook voor nieuwe ontwikkelingen. Want tiny houses en andere woonvormen en –groepen komen eraan. Dus: aan de bak, te beginnen aan de voorkant, bij huurders. Daarna zien we verder.”

F: “Had niet verwacht dat je er zo in zou staan, Evert.”

E: “En dat had je nooit geweten als wij niet in gesprek waren gegaan.”

Wilt u meepraten? De komende maanden gaat deltaWonen zich buigen over de adviezen en de uitkomsten van de gesprekken. Om onze visie op zeggenschap vorm te geven en om te kijken hoe wij zeggenschap van onze huurders een plaats kunnen geven in processen en bedrijfsvoering. Wilt u verder met ons in gesprek of heeft u ideeën over een specifiek (woon) onderwerp, laat ons dit dan weten! Stuur een mail naar zeggenschap@deltaWonen.nl.
Lees alle gepubliceerde gesprekken: ‘Meebeslissen, maar er ook wat voor doen!’ Een gesprek tussen huurder Henk Wijngaards en woonconsulent Linda ten Brinke. ‘De verhoudingen zijn doorgeschoten’ Een gesprek tussen Nelleke Vedelaar (voormalig PvdA wethouder in Zwolle) en Petra Stuitje (Programmamanager Leefbaarheid en Bijzondere Doelgroepen) ‘Minder praten, meer doen’ Een gesprek tussen Gosse Noppert (directeur zorgverlener PGVZ) en Programmamanager Berenda de Paus. ‘Gevaarlijke vraag, hoor: ‘Wat wil jij’?’ Een gesprek tussen huurder (en lid van de Centrale Bewonersraad) Ineke Knoeff en woonconsulent deltaWonen, Dianne Boschloo. ‘Stop de koekoeksklokparticipatie’ Een gesprek tussen Frans Soeterbroek (socioloog/organisatieadviseur/procesmanager en expert Stads- en Gebiedsontwikkeling) en Senior ontwikkelingsmanager bij deltaWonen Martine van der Griendt. ‘Het begint met luisteren’ Huurder Iris Eva en Jeanine Michel (woonconsulent deltaWonen) in gesprek over zeggenschap. ‘Minder wij, meer jullie’ Een gesprek tussen de Vlaamse theatermaker/kunstenaar Lucas de Man en adjunct directeur Klant en Wonen van deltaWonen, Martijn Sweitser ‘Contact is het toverwoord’ Praten over zeggenschap tijdens de Stadsontmoeting op 31 januari
Interessant? Deel dit artikel: