Tekst: Remco Regterschot (voor deltaWonen). Leestijd 15-20 minuten

deltaWonen daagt zichzelf uit in het Jaar van de Zeggenschap. Onder andere door acht mensen van de woningcorporatie in gesprek te laten gaan met kritische kenners buiten deltaWonen. Om eerlijk antwoord te krijgen op vragen als: wat is zeggenschap precies? Wat kunnen we ermee? Zijn er grenzen? Willen we überhaupt zeggenschap? En wie is ‘we’ eigenlijk? In de rubriek ‘Laten we zeggen…’, 8 gesprekken over zeggenschap.

Ruimte

Berenda (B): “Zeggenschap houdt volgens mij in dat mensen hun eigen ding kunnen doen en zelf beslissen. Niet dat instituten als woningcorporaties of zorginstellingen hun leven bepalen. Binnen dit gesprek heb ik een specifieke inslag, het thema is immers bedoeld om vanuit deltaWonen een visie te ontwikkelen richting huurders en stakeholders. Vandaar mijn gerichte interesse in jouw visie: hoe kijk jij als vooruitstrevende directeur van een relatief nieuwe, snelgroeiende zorgverlener aan tegen zeggenschap?”

Gosse (G): “Ik ben begonnen met PGVZ (Persoons Gebonden Vraaggerichte Zorg) juist omdát ik gebrek aan zeggenschap ervoer. Ik heb een spastische dochter van zestien en vond het absurd hoe leidend zorgbehoefte was in haar leven. Iedereen heeft de mond vol over meedoen aan de maatschappij, maar zorgverlening in Nederland is zo ingericht dat mensen met een zorgindicatie amper kúnnen meedoen. We liepen tegen zoveel hindernissen en restricties aan, dat ik dacht: we doen het zelf. Ik schreef een businessplan vanuit de gedachte dat mensen met zorgindicaties meer regie en sturing zouden moeten krijgen over de mate waarin zij zorg ontvangen. Met een visie waarbij zeggenschap essentieel is. Met vragen aan de cliënten: hoe wil jij het, waar wil je wonen, wat vind jij belangrijk? Vijf jaar geleden trok ik de stoute schoen aan. Met de wil om te werken binnen wettelijke kaders en te denken buiten alle kaders. Niet vanuit dat verschrikkelijke, typisch Nederlandse stramien van: ‘moeilijk, kan niet, mag niet, hoort niet, lukt niet’.”

Zorgflat

“Mensen horen hun eigen leefruimte te creëren”.

B: “Misschien zou deltaWonen op eenzelfde manier hier tegenaan moeten kijken. Mensen horen immers hun eigen leefruimte te creëren. Wellicht buiten gebaande paden zoeken naar antwoorden op de vraag hoe zij willen wonen. Wat ik lastig vind: corporaties gaan in concrete zin over huizen, niet over levens. Gevoelsmatig is voorzien in zorgbehoefte ingrijpender, ogenschijnlijk een andere zoektocht, derhalve. Hoe kunnen wij als sociale verhuurder zeggenschap over wonen breder trekken? Of juist: terugbrengen naar mensen?”

Gosse ziet eigenlijk niet zoveel verschillen. Komt meteen met een uitdagende casus: “Mijn droom is woonvormen creëren waarbij mensen met zorgindicaties buiten bestaande kaders gelegenheid krijgen om te participeren. Zinnige dagbesteding, goede, flexibele zorg, woonruimte en een sociaal netwerk creëren. Daarvoor zoek ik externe financiering en samenwerking met ketenpartners zodat er win-winsituaties ontstaan. Bijvoorbeeld door sociale huurwoningen deels te combineren binnen de particuliere sector met woonruimte voor mensen met zorgindicaties. Er zijn ontzettend handige, bevlogen mensen met syndroom van down. Als je die op een verdieping in een seniorenflat onderbrengt, hoef je misschien geen extern klusbedrijf in te huren als er iets kapot gaat. Of een hovenier die de heg bijknipt. Die betrokkenheid en sociale cohesie lijken mij waardevoller dan het in stand houden van de sociale isolementen waarvan vaak sprake is bij deze groepen mensen. Met die gedachte klopte ik aan bij deltaWonen. Zij hebben drie seniorenflats naast elkaar, in één daarvan wilde ik een verdieping huren voor een hele groep cliënten, inclusief zorg en ondersteuning voor iedereen die dat wil en er recht op heeft. Leek mij een win-win situatie. Antwoord: ‘We moeten eerst even kijken of dat kan en mag’.”

B: “Corporaties hebben te maken met keuzevrijheid van oudere huurders met zorgindicaties, zij bepalen zelf wie zorg levert. Daarnaast zijn er wettelijke restricties, beperkingen ten aanzien van huurprijzen en is er een inschrijfsysteem. Bovendien: als zaken gecombineerd worden, ga je niet over één nacht ijs.”

““Is de huurders gevraagd wat zij van zo’n idee vinden?” G: “Begrijp ik, maar ik ben een doener, kijken we daarna wel of het binnen kadertjes past. Bij voorbaat hindernissen ervaren, is niet mijn ding, eerst kijken wat wél kan. Bovendien: is de huurders gevraagd wat zij van zo’n idee vinden? We zouden trouwens ook een paar verpleegkundigen in de flat kunnen laten slapen. Gemeentes willen integrale zorgarrangementen, dan moet er toch een manier zijn om elkaar te vinden met een beetje goede wil en creatief denken?

Woongenot neemt toe, leefbaarheid, uitkeringen kunnen worden vervangen door betaalde banen, servicekosten kunnen naar beneden, het mes snijdt aan vele kanten. Dat probeerde ik duidelijk te maken, maar toen de weerstand aanhield, legitiem of niet, dacht ik: als dit niet lukt bij deltaWonen, zoeken we iets anders, PGVZ heeft het druk genoeg met drieduizend cliënten.”

Na het tonen van bouwtekeningen: “Inmiddels ben ik bezig met een project waarin verschillende partijen participeren. Duurdere appartementen voor senioren, goedkopere voor mensen met zorgindicaties, ruimtes voor fysiotherapie, stageplekken en dagbesteding. Serieuze dagbesteding, he? Geen plak en knipwerk waar iedereen verdrietig van wordt. Nee, een wezenlijke bijdrage aan de maatschappij.”

B: “Past zoiets niet binnen Wonen, Welzijn en Zorg 038? Daarin slaan corporaties, zorginstellingen en gemeentes op een dergelijke manier de handen ineen.”

G: “WWZ038, mooi samenwerkingsplatform, ik ben bij meerdere vergaderingen geweest. Praten, inventariseren, monitoren; snap dat het allemaal moet, maar mag het iets minder? Kunnen we ook gewoon eens iets gaan doen?”

“Weerstand of twijfel is iets anders dan weigeren mee te denken”. B: “Weerstand of twijfel is iets anders dan weigeren mee te denken. Terugkomend op de casus rond de appartementen: wat had deltaWonen anders kunnen doen? Hebben we niet goed geluisterd, te weinig tijd genomen voor jouw verhaal? En als partijen niet snel genoeg schakelen, zegt PGVZ dan: oké, dan het houdt op? Was er geen andere manier om tot elkaar te komen?”

G: “DeltaWonen had PGVZ een verdieping moeten verhuren! Desnoods in pilotvorm. En dan samen met de bewonerscommissie kijken waar de gemeenschappelijke behoeftes liggen en huurders erbij betrekken. Vragen: wij denken hier en hier aan, wat vinden en willen jullie? Vanuit deltaWonen zou ik juist verbinding zoeken met ketenpartners of stakeholders buiten bestaande kaders om. Niet meteen denken: leuk zo’n flat, maar het kan niet. Kijk, als iedereen weet dat mensen sneller revalideren in een thuissituatie dan in een zorginstelling, kan je zo’n win-win situatie buiten geijkte paden creëren, toch? Samen nadenken over woonsituaties, leefomgevingen, sociale cohesie en efficiency bevorderende oplossingen. Regie nemen, leuk toch? En als in een dergelijk project sprake is van minder ‘ligdagen’, zou de overheid daar dan ongevoelig voor zijn? Een dergelijke denkwijze kan in het begin misschien iets meer kosten, maar uiteindelijk levert het veel meer op aan besparing. Als de voordelen voor iedereen zichtbaar worden, doen alle partijen iets in het potje. Maar goed, deltaWonen zat in een drukke periode, ik maak geen verwijt en sluit niet uit dat we alsnog gezamenlijke projecten doen. In dit geval ging het me alleen iets te langzaam.”

Win-win

Berenda glimlacht. Voelt Gosse’s aanstekelijke enthousiasme. Zegt: “Jouw uiterst gedreven vorm van denken en ondernemen is ontstaan uit weerstand tegen bestaande systemen, structuur en wetgeving. Wellicht is denken buiten kaders voor jou daardoor gangbaar. Hoe maak je die omslag vanuit een instituut? Corporaties denken iets meer vanuit een positie om zaken binnen kaders te krijgen. Prachtig idee, jouw appartementencomplex, maar volgens mij kan deltaWonen er niet in meegaan, alleen al vanwege de Woningwet. Corporaties hebben te maken met daeb en niet-daeb restricties, Diensten van Algemeen Economisch Belang. Bovendien moeten financieringsstromen volstrekt gescheiden blijven waardoor dit soort gezamenlijke projecten haast onmogelijk wordt.”

G: “Die manier van denken voelde ik dus binnen WWZ038 waarin meer instanties zaten die langer bestaan. Vaak is men bang, ook binnen de zorg waar regels vrij streng zijn, om buiten de paden te treden. Pak gewoon de ruimte, buig de regels!”

“We stellen ons open, maar bewustwording heeft tijd nodig.” B: “Lastig om passend te reageren. Ik geloof dat in gesprekken met ketenpartners door deltaWonen meer kan worden gekeken naar wat wel kan en minder naar wat niet kan. Die omslag vindt ook plaats; we stellen ons open voor alle partijen, maar bewustwording heeft tijd nodig.”

G: “Snap ik. Ik hoop alleen zo dat er meer wordt gezocht vanuit logische gedachten naar praktijkverbinding tussen meerdere partijen. Vanuit cliënten, wijken, huurders. Dat kan, ook binnen de wet, als je maar anders wílt denken. Niet je bij voorbaat neerleggen bij wettelijk dichtgetimmerde omstandigheden of veronderstellingen dat je opereert binnen een afgedekte markt. Kijken naar wat je zelf kan veranderen. Pas als het allemaal echt niet kan, houdt het op.”

B: “Ik las in dat kader interessante artikelen over een stille revolutie binnen gemeentes ten aanzien van zelfbeschikking bij inwoners. Ruimte geven. Daarbij denk ik vanuit de corporatie: zorg ervoor dat die ruimte wordt gevoeld. Dat mensen die zeggenschap willen, in ieder geval niet worden tegengehouden. Zo zie ik in praktische zin een goede aanzet: faciliteren vanuit een coachende rol. Ook gemeenteambtenaren blijven binnen die stille revolutie actief betrokken bij zeggenschap voor inwoners. Niet vanuit een gesloten bastion, maar vanuit een open houding om op gelijkwaardige basis samen op te trekken.”

G: “Eens. Want pas als iedereen goed weet wat er in een wijk speelt, kun je samen beleid maken.”

Platte organisatie

Berenda laat de vrije ondernemingsgeest van Gosse op zich inwerken ten aanzien van zeggenschap van huurders of cliënten. Ten aanzien van elkaar, als ketenpartners. Voordat de vertaalslag is gemaakt, morrelt Gosse alweer aan bedrijfsstructuren.

G: “Zeggenschap gaat niet alleen op voor cliënten, ook mijn medewerkers dienen zelfbeschikking te ervaren. Wij hebben een platte organisatie. Prettige bijkomstigheid daarvan is dat een hoop managementsalarissen direct in de zorg kunnen worden gestoken. Minstens zo belangrijk is dat medewerkers participeren in beleid. Mensen ter plekke weten beter wat er speelt dan ik, dus daar luister ik naar en vertrouw ik op. Verantwoordelijkheid uit handen geven zorgt bovendien voor gezondere verhoudingen op de werkvloer. Letterlijk. Ons ziekteverzuim ligt ver onder het landelijk gemiddelde. Hoe zich dat vertaalt naar woningcorporaties, weet ik niet precies. Maar als jouw collega’s meer verantwoordelijkheid krijgen, meer betrokkenheid voelen vanuit wijken en bewustwording ervaren om regels te buigen in plaats van na te leven, gaat er wat veranderen.”

“Denken vanuit kansen is tijdrovender dan denken vanuit barrières.” B: “Lastig hoor, om vanuit oud denken vrijheid te voelen om verantwoordelijkheid te nemen die door wetgeving steeds verder wordt ingeperkt.”

G: “Denken vanuit kansen is tijdrovender dan denken vanuit barrières. Mensen gaan ook hun neus stoten en dat vindt niemand prettig. Als gepassioneerde ondernemer ben ik dat gewend, voor werknemers vanuit een oudere organisatiestructuur, is dat lastiger. Absoluut. Heb ik gemerkt in de praktijk. Een oud-collega begeleidde een meisje met een zorgbehoefte. Er stond een half uur voor bepaalde ochtendhandelingen. Douchen, aankleden, haren kammen, dat werk. De collega klaagde. Het meisje stond zo lang voor de spiegel, dat ging dan ten koste van iets anders of zo. Ik dacht: waar gaat dit over? Dat kind wil er leuk uitzien! Wil jij toch ook? Laat de cliënt bepalen en zorg gewoon dat het binnen kaders past. Een andere collega vroeg ooit of een cliënt een nieuw matras van driehonderd euro mocht kopen. Pf, je kent het budget, zoek het uit, neem verantwoordelijkheid. Pas als het budget wordt overschreden, moeten we vergaderen.”

Lobby

B: “Jij bent vanuit een bepaalde visie en drive begonnen, PGVZ is ontzettend snel gegroeid in een markt met continue veranderende, aangescherpte wetgeving. Daarnaast heeft de zorg te maken met allerlei soorten aanbestedingen, contracten, factureringen en regels. Hoe houdt jouw organisatie de cliënt centraal?”

G: “Interessante vraag. Daar gaat de meeste energie inzitten. Omdat we een platte organisatiestructuur hebben, ben ik constant onze visie aan het herhalen. Omdat de cliënt zo centraal staat, vraagt onze werkwijze een bijzonder flexibele instelling van mensen die hier werken. Een andere instelling dan jarenlang gangbaar is geweest in de zorg. Wij werken bijvoorbeeld met blokjes van drie, vier uur, niet van acht. Dat is vernieuwend. Het gekke is dat een bepaalde aanvraag werd afgewezen door een zorginkoper, juist omdát wij níet vernieuwend zouden zijn. Terwijl vanuit Den Haag wordt bepaald dat zorginstellingen flexibeler moeten werken. Tja, dan boor ik mijn netwerk aan. Breng degene die ons afwees in contact met ingangen bij de Vaste Kamercommissie Zorg. Ik kreeg alsnog de opdracht. Merkt de cliënt niets van, maar het kost veel energie, want ik denk buiten kaders, maar werk erbinnen. Volgens een verouderd systeem. De zaak moet in mijn optiek namelijk worden ontschot. Werk, welzijn, wonen, zorg; alles staat immers met elkaar in verbinding. Als corporaties daarin geen rol willen spelen, gaat het straks in andere woonvormen buiten corporaties om gebeuren. Ze moeten anders gaan denken, anders gaan bouwen.”

B: “Als ik jouw verhaal mag samenvatten: enorme drive om het goed te doen voor cliënten, creatief ondernemerschap, kennis van zaken en een plattere organisatie. Daarnaast overal naartoe gaan, netwerken, wensen in kaart brengen, lijntjes met elkaar verbinden. Dat kost veel tijd, maar als ik naar de horizon kijk, voel ik meer eigenaarschap voor huurders aankomen. Daarin kantelt onze organisatie mee, alleen minder snel dan jij graag wilt, misschien. Wij moeten dichter bij mensen komen en dat vraagt om grotere flexibiliteit terwijl de juridische systeemwereld flexibiliteit aan alle kanten indamt. De drang om te investeren in zeggenschap botst daarmee.”

G: “Den Haag heeft niet goed nagedacht over de gevolgen van een dichtgetimmerde Woningwet. Woningcorporaties zouden meer moeten meedoen met de nieuwe maatschappij, maar worden tegengehouden. Dus er komt nog iets bij: niet alleen anders denken, maar ook lobbyen. Juist de beleidsmakers moeten dat oude denken loslaten.”

B: “Misschien missen we jouw soort eigenwijsheid een beetje.”

Wilt u meepraten? De komende maanden gaat deltaWonen zich buigen over de adviezen en de uitkomsten van de gesprekken. Om onze visie op zeggenschap vorm te geven en om te kijken hoe wij zeggenschap van onze huurders een plaats kunnen geven in processen en bedrijfsvoering. Wilt u verder met ons in gesprek of heeft u ideeën over een specifiek (woon) onderwerp, laat ons dit dan weten! Stuur een mail naar zeggenschap@deltaWonen.nl.
Lees alle gepubliceerde gesprekken: ‘Meebeslissen, maar er ook wat voor doen!’ Een gesprek tussen huurder Henk Wijngaards en woonconsulent Linda ten Brinke. ‘De verhoudingen zijn doorgeschoten’ Een gesprek tussen Nelleke Vedelaar (voormalig PvdA wethouder in Zwolle) en Petra Stuitje (Programmamanager Leefbaarheid en Bijzondere Doelgroepen) ‘Het moet heel snel heel anders’ Een gesprek tussen Ferenc van Damme (beleidsontwikkelaar bij de Provincie Overijssel) en Evert Leideman (directeur-bestuurder van deltaWonen) ‘Gevaarlijke vraag, hoor: ‘Wat wil jij’?’ Een gesprek tussen huurder (en lid van de Centrale Bewonersraad) Ineke Knoeff en woonconsulent deltaWonen, Dianne Boschloo. ‘Stop de koekoeksklokparticipatie’ Een gesprek tussen Frans Soeterbroek (socioloog/organisatieadviseur/procesmanager en expert Stads- en Gebiedsontwikkeling) en Senior ontwikkelingsmanager bij deltaWonen Martine van der Griendt. ‘Het begint met luisteren’ Huurder Iris Eva en Jeanine Michel (woonconsulent deltaWonen) in gesprek over zeggenschap. ‘Minder wij, meer jullie’ Een gesprek tussen de Vlaamse theatermaker/kunstenaar Lucas de Man en adjunct directeur Klant en Wonen van deltaWonen, Martijn Sweitser ‘Contact is het toverwoord’ Praten over zeggenschap tijdens de Stadsontmoeting op 31 januari
Interessant? Deel dit artikel: